Beleggingshypotheek (verzekering)
Attentie: vanaf 1 januari 2013 bestaat er voor deze hypotheekvorm uitsluitend hypotheekrente-aftrek, wanneer er op 31 december 2012 sprake was van een Beleggingshypotheek.
Heeft u een Beleggingshypotheek en gaat u verhuizen? Vraagt u ons dan naar de fiscale mogelijkheden deze voort te zetten.
Bij een Beleggingshypotheek belegt u maandelijks premie in een beleggingsverzekering met als doel aan het einde van de looptijd (een deel van) uw hypotheek af te lossen. U kunt, binnen het assortiment van de door u gekozen verzekeraar, zelf bepalen in welke fondsen wordt belegd.
Het risico wordt gespreid omdat u in fondsen en niet rechtstreeks in bedrijven (bijvoorbeeld in aandelen) belegt. Beleggen is niet zonder risico´s. Omdat u belegt, hebt u geen zekerheid over de hoogte van het opgebouwde kapitaal aan het einde van de looptijd. Dit kan hoger, maar kan ook lager uitvallen dan verwacht. Hierdoor kan aan het einde van de looptijd een restschuld ontstaan. Hier staat tegenover dat de lasten van een Beleggingshypotheek lager zijn dan die van bijvoorbeeld een Spaarhypotheek of een (Bank)Spaarhypotheek. De premie voor deze beleggingsverzekering is lager.
Uw maandlasten bestaan uit de hypotheekrente over het bedrag dat u hebt geleend, plus de (maandelijkse) inleg in de beleggingsverzekering. Deze verzekering keert uit aan het einde van de looptijd, maar het is ook mogelijk dat de verzekering uitkeert bij eerder overlijden van u of uw partner. De hoogte van de premie voor deze overlijdensrisicoverzekering verschilt per aanbieder. Wanneer u of uw partner komt te overlijden, wordt met de uitkering uit de overlijdensrisicoverzekering (een deel van) de hypotheek afgelost.
U lost tijdens de looptijd niet af en hebt daarom (maximaal) 30 jaar fiscale aftrek over de betaalde hypotheekrente. Bij in leven zijn wordt aan het einde van de looptijd de waarde van uw beleggingsverzekering gebruikt om uw hypotheek (deels) af te lossen.
Fiscaal regime
Een beleggingsverzekering, welke gekoppeld is aan de hypotheek, wordt fiscaal in Box 1 of in Box 3 geplaatst. Tot 1 januari 2013 was het mogelijk een nieuwe beleggingsverzekering in Box 1 af te sluiten. Tot 1 april 2013 had u tevens de mogelijkheid uw lopende beleggingsverzekering in Box 3, van Box 3 naar Box 1 over te hevelen. Na 1 april 2013 is deze mogelijkheid er niet meer.
Bij plaatsing van de beleggingsverzekering in box 1 wordt uw verzekering een “Kapitaalverzekering Eigen Woning” (KEW). Voor een KEW geldt een vrijstelling. Dit houdt in dat u belastingvrij een kapitaal opbouwt die er voor dient om uw hypotheek (deels) af te lossen. Zolang de uitkering lager is dan het bedrag van de vrijstelling, betaalt u over de uitkering geen belasting. Hierbij is het echter verplicht om met deze uitkering uw hypotheek af te lossen.
Voor 2023 betekent de vrijstelling in Box 1 het volgende:
- Vanaf 1 april 2017 is het niet meer verplicht te voldoen aan een minimale premiebetalingsduur van 15 of 20 jaar. Er kan gebruik worden gemaakt van de hoge uitkeringsvrijstelling. Deze bedraagt in 2023 € 184.500,–. Deze vrijstelling wordt jaarlijks geïndexeerd. Is er sprake van een kapitaalverzekering die is afgesloten tussen 1992 en 14-9-1999 (Brede Herwaardering), dan geldt een vrijstelling ad. € 123.428,–. Voorwaarde voor deze vrijstellingen is dat met de uitkering de eigenwoningschuld wordt afgelost;
- Tevens mag de uitkering vanuit de verzekering niet hoger zijn dan de eigenwoningschuld, en
- de uitkering wordt gebruikt voor de (gedeeltelijke) aflossing van uw eigenwoningschuld.
De waarde van de beleggingsverzekering kunt u ook in Box 3 plaatsen.
Vanaf 2026 zal er een nieuw stelsel voor box 3 komen waarin het werkelijke rendement op vermogen zal worden belast. Tot en met 2022 gold een belastingheffing in box 3 op basis van een forfaitair rendement.
Voor de tussenliggende jaren (2023 tot en met 2025) werkt het kabinet met overbruggingswetgeving. De tijdelijke wetgeving gaat uit van de werkelijke verdeling van spaargeld, beleggingen en schulden. Daarbij gebruikt de Belastingdienst rendementspercentages die dicht bij de echte percentages voor sparen, beleggen of lenen liggen.
Hoe hoog deze percentages zijn, en op welke wijze er over de aanwezige spaartegoeden (boven de fiscale vrijstellingen) belasting zal worden geheven, wordt de komende maanden bekend gemaakt.
Wel is zeker dat het belastingtarief in box 3 tot en met 2025 jaarlijks met 1% wordt verhoogd, tot 34% in 2025. Het heffingsvrij vermogen is voor 2023 op
€ 57.000,– per persoon vastgesteld. Voor fiscale partners geldt een vrijstelling ad. € 114.000,–.
Reden om uw beleggingsverzekering in Box 3 te plaatsen zou kunnen zijn dat u bij voortijdige beëindiging van de verzekering niet met de fiscus hoeft af te rekenen. Indien u de verzekering in Box 1 plaatst, en de uitkering op een bepaald moment hoger is dan de vrijstelling in Box 1, dan betaalt u over het meerdere inkomstenbelasting.

Voordelen van een Beleggingshypotheek (verzekering)
- De maandlasten zijn bij een Beleggingshypotheek doorgaans lager dan bij een Spaarhypotheek of een Bankspaarhypotheek;
- Bij een beleggingsverzekering hebt u fiscaal gezien de keuze tussen box 1 en box 3;
- U hebt 30 jaar lang optimaal fiscaal voordeel. U mag de rente 30 jaar fiscaal in mindering op uw inkomen brengen. Let er hierbij wel op of u in het verleden wellicht al hypotheekrente, voor hypotheken die na 1 januari 2001 liepen en/of zijn afgesloten, fiscaal op uw inkomen in mindering heeft gebracht;
- U vormt vermogen om te zijner tijd uw hypotheek af te lossen;
- Indien u aan de voorwaarden voldoet (bij een verzekering in Box 1), is de einduitkering onbelast;
- U kunt de beleggingsverzekering meenemen naar een andere woning wanneer u gaat verhuizen.
Nadelen van een Beleggingshypotheek (verzekering)
- Wanneer u na 31 december 2012 een Beleggingshypotheek heeft afgesloten, heeft u over dat deel van uw hypotheek geen hypotheekrente-aftrek;
- Bij een beleggingsverzekering staat niet vooraf vast hoe hoog het bij elkaar te sparen eindbedrag zal zijn;
- Na 30 jaar is de rente niet meer fiscaal aftrekbaar. Bij een restschuld, omdat het eindkapitaal van de beleggingsverzekering lager is uitgevallen dan verwacht, mag u de rente niet meer fiscaal in mindering op uw inkomen brengen. Uw bruto-maandlasten zijn dan gelijk aan uw netto-maandlasten.